Naar homepage 457

 








Ze zijn terug in Nederland, de twee gevangenen uit Thailand. En geloof mij, ze overdrijven niet als ze zeggen dat het daar een hel is. Ik heb in de jaren tachtig een bezoek aan de gevangenis in Bangkok gebracht en ben tijden van slag geweest. Het percentage zelfmoorden onder buitenlandse gevangenen die daar minimaal 25 jaar zitten voor drugssmokkel, is bijzonder hoog.

Wat een vreugde bij die twee – ze zaten nog in de politiecel – maar wisten dat de vrijheid binnen handbereik was! De vreugde werd niet door iedereen gedeeld hoorde ik op de radio: ́ze hadden die lui gewoon moeten laten zitten. Ze vergiftigen onze jeugd met die drugś. Een reactie in lijn met het politieke klimaat: deze week bleek er in de 2e kamer in meerderheid om straffen van 30 jaar te kunnen opleggen. O ja, de gevangenissen hier zijn, vergeleken bij Thailand, oases van menselijkheid. Maar wie wordt er beter van als vergelding het hoofdmotief wordt?


Bijbelzondag is het vandaag en de afsluiting van de week der gebeden. (En dan is het ook nog eens wereldlepradag, begreep ik uit een mailing). Hoe dan ook, we geloven dat in dit boek de weg gewezen wordt naar een nieuwe wereld. Naar een nieuw bestaan, waar vergeving van schuld is en niemand voor de rest van zijn leven ́melaatś hoeft te zijn. Maar de vraag is of we dat echt geloven…


We hoorden dat Jezus in de synagoge van Nazareth het jubeljaar – 7 x 7 jaar = 50ste jaar – aankondigde toen hij voorlas uit de profeet Jesaja. Jezus’ preek, “heden is deze Schrift in uw oren vervuld”, was kort maar heel krachtig ! Vanmorgen leggen we ons oor bij de Schrift te luisteren om te verstaan wat “vervulling” dan wel mag betekenen. Het kan niet betekenen dat Jezus eenvoudigweg een nieuwe sociale orde afkondigt of Joods zelfbestuur los van Rome. Zo’n vervulling van de Schrift zou inmiddels achterhaald zijn. Daarvoor heeft Hij Zijn leven ook niet gegeven.

Nee, Jezus tekent de contouren van het Koninkrijk Gods in kleuren en beelden ontleend aan Wet en Profeten. Wat hier gebeurt, is enigszins vergelijkbaar met de vreugde na de ballingschap, bij het lezen uit de Thora in Jeruzalem, zoals we in Nehemia hoorden. Iets van de blijde verwondering die we daar beluisterden, grijpt ook de mensen in de synagoge aan die naar Jezus luisteren. De woorden openen een profetisch vergezicht en roepen reeds lang vergeten droomgezichten op. Ooit wordt het goed ! Prachtig is het, die profetische beloften uit de mond van Jezus te horen. Temeer, daar deze Jezus iemand uit hun midden is. Is Hij niet de zoon van Jozef ? Hij is onze man ! “Ze verwonderden zich over de woorden van genade”, schrijft Lucas. Iedere dominee tekent voor zulke reacties op de preek.

En toch . . . . uit wat volgt blijkt dat Jezus er gemengde gevoelens over heeft. Woorden van genade, zeker, maar toch hebben ze niet goed geluisterd. Gods genade is meer dan de religieuze legitimatie van onze dromen en verwachtingen.


Jezus weet dat het Woord Gods niet om bewonderaars vraagt, maar gehoord en geloofd wil worden ! Het was niet Jezus’ bedoeling een interpretatie aan de woorden van de profetie toe te voegen, waarmee je al dan niet kunt instemmen of enthousiast over kunt worden. In deze woorden heeft Jezus de roeping van Israël gehoord, een roeping waarin Hij is binnengetreden en anderen in wil meenemen. ́Heden is deze Schrift in uw oren vervuld́! Hier wordt werkelijk een nieuw begin geboden, want voor zover wij weten is Israël er nooit aan toegekomen deze woorden aangaande sabbats- en jubeljaar in praktijk te brengen. Sabbatsjaar en jubeljaar waren veel te radicaal voor het leven van elke dag. Het was teveel gevraagd. Kwijtschelding van de schulden, teruggave van eigendom, recht doen aan de armen: ooit zal het waar worden, maar niet nu. Het zijn de wortels van conflicten die tot de huidige dag tot oorlog en genocide leiden.

 En dan is daar Jezus, die zegt; ́Heden is deze schrift in uw oren vervuld́. En dat in uw oren– dat hebben ze niet gehoord, niet willen horen. Ze horen hoe hun Jezus de woorden van de profetie een nieuwe betekenis geeft en vinden dat prachtig. ́Moet je Hem toch horen! Is Hij niet bijzonder!́ En nu komt Hij onze armen helpen, onze gevangenen bevrijden. Ze vragen zich niet af waarom ze zelf die woorden nooit onder het stof vandaan gehaald hebben. Ze horen niet dat de woorden van de profetie hun leven onder kritiek stellen.


Dorothee Sölle schreef een kort gedichtje over het ware horen van het Woord:


Lezen
Een afrikaanse vrouw
tijdens een conferentie
op de vraag waarom ze toch steeds de bijbel las
er waren toch zoveel boeken
ze kon nu toch lezen en schrijven
antwoordde tenslotte
in het nauw gedreven
ik lees helemaal niet
het boek leest mij


In Lucas gaat het van begin tot eind – de Emmaüsgangers ! – om zón vervulling van de Schrift. Jezus is niet slechts gekomen om ons religieuze leven een opfrissertje te geven.

Jubeljaar! In Jezus’ mond is dat vernieuwing over de hele linie. Niet alleen ́zij́, de ́andereń, ́de politieḱ of ́de politicí, moeten anders, wij die horen als eersten ! Dat is heel kritisch naar eigen functioneren en het komt ook heel dichtbij. De armen, gevangenen, blinden, verbrokenen. Mensen die in het optreden van Jezus een gezicht krijgen: mensen die Hij ziet, aanraakt, zegent. Grenzen overschrijdend.

En daarom is bewondering niet genoeg. Jezus wil ze mee in beweging krijgen. Hoorders moeten daders van het Woord worden.


Want wij willen het jubeljaar van Jezus niet, het gooit onze orde door elkaar. Natuurlijk, ooit moet het Koninkrijk komen. Dan gaan de kinderen naar school in de Derde wereld, inplaats van stenen te bikken of op het land te zwoegen, de koffieboeren krijgen allemaal eerlijk geld voor eerlijke koffie, en niemand hoeft zijn toevlucht meer te nemen tot een mensensmokkelaar om niet van ellende om te komen. Ja, straks . . . . .dan zitten katholieken en protestanten samen aan een tafel en breken het brood.

Maar nu kunnen we nog niet delen. Straks scheldt God de schulden kwijt, maar nu dragen we die anderen nog na. Blijven ze gevangenen van hun verleden, met onzichtbare ketenen geketend.


De verwerping van Jezus tekent zich hier al af. De kruisweg die Hij gaat. Maar Jezus verwerpt ons niet. Het Woord dat Hij gesproken heeft, blijft klinken in hun en onze oren. De preek die Hij hield was eigenlijk niet zo kort, want heel zijn verdere optreden is de concretisering van het profetenwoord. En ondanks onze tegenstand en pogingen Hem te elimineren, gaat Hij verder op de weg die Hij heeft gekozen. Hij is een en al goed nieuws voor de armen en voor wie het horen en zien wil gaat Hij koninklijk door de wereld. Niet tegengehouden door onze pogingen Hem te annexeren voor onze ‘club’ niet van de weg gebracht door onze verwerping.

Het goede nieuws is niet dat wij met wat inspanning dat jubeljaar wel kunnen verwerkelijken. Het goede nieuws is dat Hij nabij de armen is: bij de outcasts en de verschoppelingen. En tegelijk bij hen die zich in de ontmoeting met Hem hun armoede bewust worden: de verblinden en ongelovigen. De mensen van het niet “nu, maar ooit”. Want als we die armoede durven erkennen, dan zijn we al half genezen ! Dan leven we in het nu van de genade dat Zijn Woord schept. Dat bevrijdt ons van vrome dromen en ijdele zelfbespiegeling. Hij die de Schrift vervult, vult ons met Zijn Geest. De Geest van de solidariteit, volgens Romeinen 8. Maakt ons ziende en doet ons in concreet geluk van mensen Jezus’ nabijheid tasten. In onze oren wil het Woord werkelijkheid worden.


Lezingen: Nehemia 8,1-13 Lucas 4,14-21


Triumfatorkerk, Utrecht, 25 januari 2004